Nieuwsbrief februari-maart 2024

Van kwaad tot erger

Jullie zullen vast wel af en toe een berichtje voorbij zien komen over ‘de vergeten oorlog’, zoals de meer dan tien maanden durende, gewelddadige strijd tussen het officiële leger, gedomineerd door islamisten, en de milities van de Rapid Support Forces (RSF) vaak wordt genoemd.

Zoals veel VN-organisaties eind vorig jaar al voorspelden, is de situatie alleen maar nijpender geworden. In december berichtte de VN Food and Agriculture Organisation al dat 37 procent van de bevolking nauwelijks te eten had.

Nu, zo’n twee maanden later, is de situatie alleen maar verergerd. Het hoofd van de World Food Programme Sudan zei afgelopen week that vijf miljoen mensen in het land moeten overleven op minder dan een maaltijd per dag. Een geschatte vier miljoen kinderen in het land leiden aan ernstige ondervoeding. In de ontheemdenkampen in Darfur is de toestand nog slechter. Door de onveiligheid daar zijn alle VN-organisaties vertrokken en wordt er geen voedsel meer verstrekt. Volgens Artsen zonder Grenzen (MSF) sterven er per dag ongeveer dertien kinderen door ondervoeding.

Niet alleen het telkens weer opnieuw oplaaiende geweld, maar ook het afsluiten van de mobiele telefoon- en internetproviders drie weken geleden, heeft tot nog meer honger geleid. De gaarkeukens die actieve Soedanezen in Khartoem en Omdurman na het uitbreken van de oorlog in april vorig jaar hadden opgezet, hebben de deuren moeten sluiten vanwege voedselschaarste en stijgende prijzen, dit mede als gevolg van de gebrekkige communicatiemiddelen[1].

Elrayanschool

Dit klinkt allemaal verre van goed, en we vrezen dan ook voor het lot van de leerkrachten en leerlingen van de Elrayanschool die niet uit Omdurman hebben kunnen vluchten. Het grootste gedeelte van Omdurman is sinds het begin van de oorlog bezet door de RSF militia[2], maar de wijk waar de school staat valt nog onder controle van het leger. Afoedia appte me eind januari: “Soms wordt er in de buurt van de school geschoten, maar lang niet zoveel als bijvoorbeeld in Ombadda, waar ons huis staat. Daarnaast lopen de mensen er niet het gevaar om mishandeld te worden door de RSF soldaten.”

Het grootse gedeelte van de leerlingen woont in de wijken 43 en 44, de armste wijken in de buurt. De meesten zijn er nog; een klein aantal heeft kunnen afreizen naar gebieden verder weg van het oorlogsgeweld. Een paar dagen geleden trof Meester El Fadil een aantal leerlingen aan in de buurt van de school. Het ging redelijk goed met ze.

Dit neemt niet weg dat er ook in het relatief veilige gebied rond de school wel degelijk gebrek is aan eten en drinken. “De mensen hebben al zo’n negen maanden geen inkomen meer, dus je kunt je wel voorstellen hoe moeilijk het is,” aldus Afoedia.

John, part-time docent Engels aan de Elrayanschool, appte me in januari om ons te bedanken voor de maandelijkse bijdragen. “Door de stijgende prijzen wordt het geld steeds minder waard, maar dankzij jullie steun kunnen we nog wel voedsel kopen,” schreef hij. “Ik weet niet wat we zouden doen zonder jullie.”

Jabarona

Van het kleuterklasje in Jabarona is niets bekend. De laatste keer dat ik telefonisch contact met Salwa had, was in december. Ze zou op zoek gaan naar een betrouwbare persoon met een speciale bank-app, aan wie we de maandelijkse bijdrage voor haar en haar kleuters zouden kunnen sturen, maar dat is niet meer gelukt. De communicatienetwerken in haar buurt waren al zwak en als de elektriciteit vaak uitvalt, doen de zendmasten het ook niet meer.

Het is zeker dat de mensen in Jabarona honger lijden. Het beetje geld dat ze hadden is al lang op. Zoals bijna heel Khartoem, is Jabarona vanaf het begin van de oorlog in handen van de RSF militia. Salwa vertelde in december dat de militiamannen bijna alle kruideniers en andere winkeltjes in de buurt hadden geplunderd.

“De situatie is heel moeilijk,” zei ze wel drie maal na elkaar. “Als we iets willen kopen, moeten we onze toevlucht zoeken tot schurken die vanuit hun wagens gestolen spullen voor veel te hoge prijzen verkopen.”

Geld overmaken

Eind januari hebben de leerkrachten het maandelijkse bedrag nog ontvangen en kunnen doorsturen naar leerkrachten die hun geldzaken via een app op hun mobiele telefoon kunnen regelen.

“Dat gaat niet altijd even gemakkelijk, want de netwerken zijn niet overal even sterk, maar uiteindelijk lukt het meestal wel. Het is ook veiliger, want op straat kun je elk moment beroofd worden,” schreef Jirjis eind januari. De leerkrachten die niet over een app beschikken, ontvangen het geld cash via Meester Amer.

Gevlucht

Juf Afoedia en meester Jirjis zijn in december vertrokken uit Omdurman. De hele familie van Afoedia is begin december naar Wad Madani, een grote stad ten zuiden van Khartoem, gevlucht. Drie weken later moesten ze weer vluchten, omdat milities de stad hadden ingenomen. Na dagen lopen en meeliften op vrachtwagens zijn ze in Khashm El Girba in het veilige oost Sudan aangekomen, waar ze onderdak in een school hebben gevonden.

Ook Jirjis woonde in een wijk waar regelmatig werd gevochten. Hij en z’n broers zijn nog lang in het ouderlijk huis blijven wonen, om het te bewaken tegen inbrekers. Maar toen buurtbewoners werden getroffen door raketten, zijn ook zij naar het zuiden getrokken, in de hoop onderdak te vinden bij familie in de Nubabergen. Helaas zijn ze niet verder gekomen dan het stadje Kosti. Vanwege gevechten en roofovervallen zijn de toegangswegen verder naar het zuiden afgesloten.

Jirjis legt uit waarom mensen in Omdurman blijven: “Veel van hen hebben niet genoeg geld om te vertrekken. Als je met de hele familie vertrekt, riskeer je bovendien dat alles wordt gestolen, zelfs deuren, ramen en zinken daken. Laten we hopen en bidden dat dat de school bespaard blijft.”

Communicatie

Begin februari kwamen er berichten uit Soedan dat de laatste van de drie mobiele communicatienetwerken in het land zou worden afgesloten.[3]

Omdat er internet nodig is om de bank apps te bedienen, voorzagen we een groot probleem voor de Elrayanschool en het kleuterklasje in Jabarona. Er lag nog een bedrag van €550 bij de Soedanese tussenpersoon in Eindhoven. Dat was bestemd voor Salwa, als het haar zou lukken iemand te vinden. Dat bedrag hebben we meteen overgemaakt aan de contactpersoon van de Elrayanschool. Het was nog net op tijd. Kort daarna was er geen betaalverkeer meer mogelijk.

Op 5 februari kreeg ik een appje dat het geld was ontvangen, en dat was ook meteen het laatste bericht tot 1 maart. Op die dag ontving ik gelukkig weer een WhatsAppbericht van Jirjis: het internet via de Sudani provider deed het op sommige plekken weer. Vandaag hebben we zelfs weer geld kunnen doorsturen! Dat is in ieder geval positief nieuws, in een voorlopig nog uitzichtloze oorlog.

Hartelijke groeten van Rianne, ’s-Hertogenbosch, 2 maart 2024

Hieronder nog enkele foto’s gemaakt in december 2022

Elrayanschool: Reken- en wiskunde docent El Fadil in de klas

Dan maakt die buitenlandse ook nog een foto van je.

Meester Jirjis in de docentenkamer

Elrayanleerlingen naderen de school


[1] Voor meer achtergrondinformatie, zie bijv. Sudan War Monitor en de website van Radio Dabanga.

[2] Inmiddels heeft het leger een tegenoffensief ingezet en is het ze halverwege februari gelukt om een deel in het westen van in Omdurman terug te veroveren.

[3] Veel mensen beschuldigen de milities ervan dat ze de mobiele telefonie en internet hebben stopgezet, anderen zeggen dat het leger erachter zit.