Oorlog
Eerder dit jaar was ik van plan om eens wat meer te schrijven over de inzet van de docenten van de Elrayanschool om de leerachterstand van veel kinderen in te halen. In een daaropvolgende nieuwsbrief zou ik beschrijven wat ik tijdens m’n bezoek aan de Eisa Mahannaschool in El Gezira Aba eind vorig jaar aan sportactiviteiten heb gezien.
Maar deze nieuwsbrieven zijn uitgesteld, want zoals ik in de korte april nieuwsbrief al schreef, braken er op 15 april hevige gevechten uit in de hoofdstad, tussen het leger en een ‘tweede leger’, de Rapid Support Forces, dat uit huurlingen bestaat. Niet veel later kwamen er berichten over oplaaiend geweld in een aantal andere grote steden, onder andere in Darfur.
De ‘twee legers’ in het land zijn een erfenis van dictator Omar Al Bashir, die vier jaar geleden tijdens een volksopstand is afgezet. Hij was in 1989 door een militaire coup aan de macht gekomen en is altijd bang gebleven voor een tegencoup. Daarom zuiverde hij het leger regelmatig van de oude garde van beroepsmilitairen en verving hen door islamisten die hij wel vertrouwde.
Om dezelfde reden richtte hij in 2013 de Rapid Support Forces militie op. De manschappen werden voornamelijk gerekruteerd uit de janjaweed, de volksnaam voor verarmde, door de overheid bewapende jonge veenomaden (in Soedan Arabieren genoemd). Ze werden na de opstand in 2003 officieel ingezet tegen de rebellen, maar vielen in werkelijkheid vooral de (zwarte, Afrikaanse) bevolking van Darfur aan.
De militie werd al snel rijker dan het leger, ook doordat de militiamannen, vaak jonge jongens, door Saudi-Arabië werden ingezet in de oorlog in Jemen, en de leiders daarvoor goed betaald kregen.
Begin dit jaar werd de druk op de militie om binnen twee jaar op te gaan in het leger opgevoerd. Bemiddeling door politici kon grootscheepse gevechten echter niet voorkomen, met als gevolg een machtsoorlog tussen een star leger met onderbetaalde krachten en met een luchtmacht gesteund door Egypte, en een rijke militie, gefinancierd door onder andere de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi-Arabië. De opbrengsten van gouddelving in het land spelen ook een rol.
Een groot deel van Khartoem is nu bezet door militiamannen. Ze hebben zich verschanst in woonwijken en gebruiken van burgers gestolen auto’s om niet op te vallen, terwijl de Soedanese lucht- en landmacht ze op strategische locaties in de hoofdstad bestrijden met bombardementen en artillerie. Dat hier burgerslachtoffers bij vallen lijkt van ondergeschikt belang. Aanvallen in steden in Kordofan en vooral ook in Darfur hebben al tot duizenden doden geleid.
Situatie per 29 juni. Groen is leger, rood is militie. De sterren zijn belangrijke locaties voor de strijdende partijen. De korte pijl links: verder naar het westen ligt de Elrayanschool. Lange pijl: een flink eind naar het westen ligt Jabarona.
De Verenigde Naties berichtte onlangs dat er meer dan 2,5 miljoen Soedanezen hun huizen zijn ontvlucht.
De leerkrachten van de Elrayanschool en Salwa en haar assistente Fatima van de kinderopvang in Jabarona zijn niet gevlucht. Ze hebben simpelweg niet genoeg geld om met een dure busreis de stad uit te komen.
Tot vorige week werd er niet gevochten in de wijken waar ze wonen. De school is officieel dicht, maar de leerkrachten die niet ver van de school wonen, gaan er regelmatig heen om de kinderen die toch komen, bijlessen te geven. Afgelopen week kwam het geweld echter dichterbij en vonden er gevechten plaats in de wijk waar de Elrayanschool ligt. Het leger bombardeerde vanuit de lucht, de RSF gebruikte afweergeschut.
De mensen zitten zoveel mogelijk thuis, ver van ramen en deuren, en delen het geld en voedsel dat ze hebben met elkaar. “We eten vooral rijst en linzen, meestal eenmaal per dag, in de avond, zodat we niet met een lege maag hoeven te slapen,” appte Jirjis. Hij zei te hopen dat de oorlog niet al te lang zal voortduren, “want het geld van de meeste mensen begint op te raken, en de winkels, waar we konden lenen, worden steeds leger”.
Contact, banken
Er is dus contact mogelijk. Hoewel telefoonverbindingen en internet af en toe voor korte of langere tijd uitvallen, werken de providers nog, zij het dat de een beter functioneert dan de andere. Een van de vier internetproviders biedt gratis internet aan.
Salwa Abdallah is moeilijk te bereiken omdat ze een goedkope nokia heeft en de verbinding altijd al slecht was in Jabarona. Jirjis en Afoedia van de Elrayanschool hebben gelukkig een smartphone en we kunnen daardoor regelmatig appen.
Sinds begin mei zijn we bezig geweest met zoeken naar mogelijkheden om de maandelijkse bijdragen aan de Elrayanschool en Salwa’s kleuteropvang over te maken[1].
Verschillende via-via mogelijkheden zijn de revu gepasseerd, totdat we erachter kwamen dat er toch nog twee kantoren van Western Union open zijn in het land: in de stad Atbara in het noorden en in de havenstad Port Soedan, nu tijdelijk de financiële hoofdstad, in het oosten van het land. En gelukkig werkte de telefoonapp van de Bank van Khartoem op een gegeven moment ook weer.
De bedragen voor april en mei zijn via een tussenpersoon in Atbara bij de Elrayanschool terechtgekomen. Salwa heeft haar bijdrage via een contact in Qatar ontvangen. Laten we hopen dat we de bijdragen dit op deze manier kunnen blijven sturen.
Goed nieuws
We hebben ook twee goede berichten uit Nederland.
Dankzij de inzet van digitaal ontwerper Marcel Piters, donateur van het eerste uur, hebben we een nieuwe website!
Het adres is hetzelfde (www.onderwijsoostafrika.nl) maar de site is nu stukken ruimer dan de vorige (waarvoor we de maker, Henk Baart, zeker ook bedanken). Er moeten nog een paar zaken aan worden toegevoegd, zoals informatie over fondsenwerving, teksten uit een aantal oudere nieuwsbrieven en teksten voor de Engelse versie, maar we zijn heel blij dat hij in de lucht is.
Daarnaast heeft de Dominicuskerk in Amsterdam begin deze maand een bedrag van €3.792 overgemaakt naar de bankrekening van de Stichting. Het geld, bestemd voor de Elrayanschool, bestaat uit de opbrengst van de zondagcollecte van eind mei, aangevuld met hetzelfde bedrag uit een legaat, bestemd voor onderwijsprojecten in arme landen.
Vanzelfsprekend bedanken we de organisatoren heel hartelijk voor het regelen van een zondagscollecte voor de Elrayanschool.
Het geld is geoormerkt voor bijlessen en voor een project dat een eigen inkomen helpt genereren, zodat met name kosten die de Stichting vaak niet dekt, zoals de huur van de grond waarop de school staat, schoolmateriaal, schoolboeken en kopieën. Helaas zullen we met het project, waarschijnlijk een kleine copyshop, moeten wachten tot na de oorlog – die hopelijk snel stopt.
Hartelijke groeten van Rianne Tamis, mede namens St. OOA en de drie scholen in Soedan die we met jullie hulp kunnen blijven steunen.
’s-Hertogenbosch, 3 juli 2023
[1] St. Onderwijs Oost-Afrika steunt de Eisa Mahannaschool voor kinderen met een beperking in (het veilige) Elgezira Aba met een maandelijks bedrag voor het transport van de leerlingen. Ze hadden afgelopen december van mij contant een voorschot gekregen tot eind april, want de ‘grote vakantie’ zou dan ingaan.